top of page

Wat blijft komt nooit terug

(Jan Eijkelboom, Dordrechts dichter)


Op 21 maart jongstleden, een memorabele eerste lentedag vanwege de nog prille corona uitbraak in Nederland en de daarmee gepaard gaande ambivalente gevoelens bij bezigheden die eerder de normaalste zaak van de wereld waren, wandel ik terug van de bouwmarkt met in mijn rugtas 5 liter schoonmaakazijn tegen de groene aanslag en verder enkele sloten en grendels om de diefstal van een kostbare nieuwe fiets te ontmoedigen. En passant valt het me op dat het normaliter op zaterdag gesloten toegangshek van het laad- en losterrein van het Nederlands Meetinstituut geopend is. Ernaast staat een mooi stuk hout uitgestald, reclame van een daar tijdelijk gevestigd houtbewerkingsbedrijf. Maar er is meer aan de hand en ik loop het terrein op. Een vrouw wenkt mij naar binnen en loodst mij naar een voormalige testruimte van het NMi. Daar kom ik terecht tussen de resten van wat een feestelijke opening had moeten zijn van de expositieruimtes van een nieuw collectief creatief ondernemers dat deze locatie heeft ontdekt nu het NMi blijkbaar is verhuisd. Het collectief zit wat beduusd aan een lange tafel, waarop geopende flessen wijn en ik denk zitten jullie niet te dicht bij elkaar. Er wandelt een gezin met een bos bloemen naar binnen. Verder is het stil tussen de uitgestalde kunst en curiosa. Hier in Dordrecht hebben we zoveel mooie initiatieven zien verschijnen en even later weer verdwijnen. Blijf nog even.


Wat als er voor dat wat voorbij is geen herinnering in de plaats komt? In de debuutroman 'Het Verdwijnen', van de Australische schrijver Shaun Prescott, die ik de week ervoor kocht bij de liefste boekhandel van Dordrecht, De Nieuwe Bengel (voorheen De Bengel) vestigt de ik-persoon zich tijdelijk in een stadje in New South Wales om er te werken aan zijn boek over 'verdwijnende stadjes'. Hij wordt er gewantrouwd door iedereen die hij benadert met zijn vragen over de geschiedenis van het stadje: met klem wordt hem duidelijk gemaakt

dat het goed is zoals het is. Hij riskeert zelfs een pak slaag van ene Steve Sanders, een even alledaagse als mysterieuze verschijning, die bij mij herinneringen oproept aan bepaalde personages uit de films van David Lynch.

Stadsbussen rijden er zonder passagiers routineus hun ronde. Er loopt een spoorbaan door het stadje, maar op het station stopt geen enkele trein. Er stoppen wel auto's om te tanken bij de paar benzinestations, maar allen zijn op doorreis. Het stadje heeft geen verhaal en het lijkt er geen te willen. Het verdwijnt - daarom? - langzaam in een mysterieus gat.


De vrouw die mij binnenliet brengt mij naar Albert Kuster, Boeken en Collectables. En daar gebeurt het. Soms moeten je ogen wennen aan het duister, soms aan te veel licht. Hier aan te veel spullen. Mijn dwalende blik blijft hangen bij een ingelijste zwart-wit foto van een nog jonge David Bowie, mijn held. Aan zijn outfit te zien is het in de tijd dat hij Rebel Rebel maakte. Bowie heeft zich tijdelijk van een half leger aan fotografen afgewend om speciaal voor deze fotograaf te poseren die hem van achteren heeft benaderd. Hij kijkt met een ooglapje op fier en open in de camera. Was het een bekende van hem? De fotograaf, en daarmee jij als kijker, krijgt exclusieve aandacht, zo lijkt het. Alle professionele fotografen op de achtergrond hebben het nakijken. Of is het aannemelijker dat het aan deze kant van de foto net zo'n gekkenhuis is? En hé, links boven in de hoek, het kind dat het lampstatief vastpakt, is dat niet Bowies zoontje Zowie?



Wie was deze gelukkige fotograaf? En zou het wellicht een originele foto zijn? Mijn nieuwsgierigheid werkt aanstekelijk, want de eigenaar van de collectables haalt voor mij de lijst van de muur en opent de achterkant ervan om de foto eruit te halen. Het ziet er niet goed uit. Een nadere studie met een door de eigenaar tevoorschijn gehaalde loep bevestigt mijn vermoeden. Gerafelde onderwerpcontouren verraden een digitale print van een gedownloade afbeelding. Dan zal ik dus ook de prijs aan moeten passen, zegt de eigenaar. Ik beaam dat en leef met hem mee. Hij noemt de situatie ontluisterend, maar neemt deze verrassend sportief op. De teruggeplaatste foto zit nu scheef in de lijst, maar misschien is dat wel mooier zo zegt hij. Samen hadden we een verhaal te pakken. Een juweeltje om vaker op te poetsen. Eén van de ontelbare verhalen die naar het voorbije moment van de foto verwijzen. Persoonlijke verhalen die betekenis hebben verleend en inhoud hebben gegeven aan het leven van … wie, ja wie zijn die mensen op de foto en de mensen van het voorbije moment buiten de foto en de mensen die er niet bij waren, maar die deze foto hebben ontdekt en gekoesterd?


De eigenaar vertelt mij dat een uur voor mijn komst er een vrouw rondliep die alle boeken van Alice in Wonderland verzamelde. Ze had er geloof ik 27. Zouden de bewoners van het stadje dat Shaun Prescott liet verdwijnen, hier alsjeblieft in verder mogen bestaan. Steve Sanders mag er niet bij. Die verandert in een standbeeld op de plek waar het stadje ooit lag.



© Erik Schilt


Bronnen:

Gedicht Jan Eijkelboom

https://www.dbnl.org/tekst/eijk005watb01_01/eijk005watb01_01_0018.php


Foto David Bowie https://www.metronieuws.nl/nieuws/showbizz/2016/01/bowie-in-nederland-in-beeld


De Nieuwe Bengel

https://www.debengelonline.nl/






84 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Licht

bottom of page